ZED sprak met Jonas Govaerts over H4Z4RD
Regisseur Jonas Govaerts is geen vreemde voor Cinema ZED. In 2005 won hij de prijs voor Best Vlaamse Debuut op Kortfilmfestival Leuven en in 2016 zetelde hij er als jurylid. Nu is hij terug met een tweede langspeler H4Z4RD, een film die een rit van jewelste belooft te worden.
In je kortfilms is al vanaf het begin een liefde voor horror zichtbaar. Was dat een natuurlijke keuze voor jou?
Jonas Govaerts: Dat kwam eigenlijk door de film Evil Dead 2. Ik heb die voor het eerst gezien toen 14 of 15 jaar was en die heeft mijn liefde voor horror echt aangewakkerd. Vooral omdat die film niet alleen leuk was om naar te kijken, maar je zag ook dat de makers van de film zich enorm hadden geamuseerd. Het is duidelijk een genre waarin je je kunt uitleven als filmmaker, en ik denk dat mij dat vooral aansprak.
Dat je eerste langspeelfilm Welp (2014) dan een horrorfilm zou zijn, voelde voor jou heel logisch aan?
Mijn redenering daar was om een subgenre te kiezen waar nog niet al te veel klassiekers in zijn gemaakt, in dit geval de ‘slasher’. Er zijn maar een handvol ‘slasher films’ die echt geslaagd zijn, waardoor er niet al te veel concurrentie was. En het is een genre waar nog niet veel mee was gedaan in België, wat voor mij ook een pluspunt was. Tegelijkertijd kon ik daar een beetje een ode aan mijn tijd bij de scouts van maken. Ik ben daar teruggevallen op het aloude principe om te schrijven over wat je kent, zeker niet evident voor een horror scenario.
Met H4Z4RD, een stevige actiefilm, neem je een stap in een heel andere richting.
Dat klopt, maar het is ook geen volbloed actiefilm. Omdat het concept zo strak was, namelijk een camera die nooit de auto verlaat waarin de film zich afspeelt, liet dat mij ook toe om stiekem toch wat genres binnen te smokkelen. Er zitten stukken animatie in de film, een surreëel gedeelte, en hier en daar ook een horror-knipoog. Dus erg genrevast is H4Z4RD niet, integendeel. Het is datgene ook wat mij net aansprak, dat ik dankzij het concept van de film door verschillende genres heen kon racen.
Stilistisch heb je het jezelf niet gemakkelijk gemaakt, de camera verlaat nooit Noah’s auto in de film. Hoe was die uitdaging tijdens de opnames?
Ik heb mezelf dikwijls vervloekt door die beperking op te leggen… Ik had vooral schrik dat het visueel snel zou vervelen. Omdat je toch maar een beperkt aantal hoeken hebt in een auto, moet je echt anders gaan nadenken over hoe je scenes knipt. Dialogen zijn vrij voor de hand liggend, maar een actiescène is iets heel anders. Meestal knip je daar van van close naar wide, van antagonist naar protagonist, terwijl wij altijd vast zaten aan dat ene perspectief. Maar dat dwingt je ook om creatief te zijn en een andere invalshoek te zoeken en dat is denk ik wat de film net leuk en ook uniek maakt.
Naast enkele bijrollen is dit de eerste grote hoofdrol voor Dimitri ‘Vegas’ Thivaios, wist je meteen dat hij de geknipte man was voor je hoofdpersonage?
Als ik eerlijk ben, eigenlijk niet. We hebben het scenario in het begin samen ontdekt, samen gekneed en er heel hard aan gewerkt. Onze oefening was om ons af te vragen: “Stel dat hij geen carrière als DJ had gevonden, als hij in Willebroek was blijven hangen met zijn slechte vrienden van vroeger, wie was Dimitri Thivaios dan geworden?” Dat is een beetje het uitgangspunt geworden voor Noah. Ik denk dat in de eerste versie dat personage nog vrij ver van hem verwijderd was, maar tegen de tijd dat we begonnen met draaien is het toch een soort b-side van Dimitri zelf geworden.
Je hebt recent ook nog mogen werken aan Color Out of Space met Nicolas Cage. Hoe was dié ervaring?
Ik ben eigenlijk per toeval op die set terecht gekomen, omdat ik de regisseur kort daarvoor
ontmoet had. Die opnames gingen door in Portugal, maar het was wel een Amerikaanse-Portugese coproductie. Een heel bijzonder genre ook, kosmische horror. En inderdaad de hoofdrol was Nicolas Cage, maar ik was vooral second unit regisseur dus ik heb niet veel met Cage te maken gehad. Ik heb hem één dag wel mogen regisseren, toen heeft hij vooral mijn regieaanwijzingen genegeerd. Zoals een superster betaamt. Maar ik ben wel heel blij dat ik dat heb mogen meemaken.
Je hebt nu je eerste twee langspeelfilms achter de rug. Welke verhalen zou je nog willen vertellen?
Ik wil altijd vanalles doen. Eerst heb ik een aantal videoclips op de planning staan. En Ik heb in de tussentijd ook een paar kortfilms gemaakt. Qua langspelers, heb ik twee projecten in het vooruitzicht die allebei terug meer richting horror gaan. Het ene een kleinschalige body-horror, het andere een grootschalige Engelstalige horrorkomedie, maar dat wordt nog eventjes afwachten. (WS)