De 13-jarige Melanie brengt haar zomer door op het Oostenrijkse platteland, op een streng dieetkamp voor zwaarlijvige tieners. Onder begeleiding van een getatoeëerde trainer en een griezelige dokter, sporten de tieners overdag, en slaan ze ‘s avonds stiekem aan de alcohol. Tussen lichaamsbeweging en voedingsleer, kussengevechten en haar eerste sigaret, valt Melanie voor de kampleider, die 40 jaar ouder is. Hij worstelt met een groot schuldgevoel, zich bewust van de onmogelijkheid van de liefde. Melanie had zich haar paradijs anders voorgesteld.
"Een verontrustend portret van menselijke eenzaamheid waarin Seidl, zoals in al zijn films, geen oordeel velt of moraliseert, maar belangrijke vragen stelt (..) Met een grijns wijst de Oostenrijkse cineast ons de weg naar het paradijs." (Recto:verso)
“Verrassend oncontroversieel en toegankelijk, al toont Seidl zich nog altijd een meester in het verzinnen van scènes die tussen grap en gruwel, compassie en sarcasme balanceren (...) en schoonheid onthullen in de meest lelijke decors.” (Focus Knack)
“De kijker wordt uitgedaagd om af te rekenen met de eigen vooroordelen” (Filmmagie)
“’Paradise: Hope’ combines the claustrophobic composition of a Scandinavian noir with the minimalist drollness of an Eastern European comedy” (CineVue.com)
Dit is na ‘Paradise: Love’ en ‘Paradise: Faith’, het sluitstuk van Ulrich Seidls trilogie. Opnieuw een provocerende film maar wel de meest tedere en toegankelijke van de drie films. Seidl maakt zoals steeds veel gebruik van improvisatie en dat levert zeer tastbare personages en herkenbare situaties op. De film werd genomineerd voor een Gouden Beer op het Filmfestival van Berlijn (2013).