Londen 1884. Op de kermis kunnen kijklustigen voor een paar cent gaan kijken naar John Merrick, een man die lijdt aan extreme misvormingen en hierdoor de bijnaam de olifantenman kreeg. De jonge arts Treves bevrijdt hem uit de klauwen van zijn eigenaar en brengt hem naar het ziekenhuis om hem te onderzoeken. Merrick lijkt op het eerste zicht meer beest dan mens, maar geleidelijk aan ontdekt Treves dat Merrick niet enkel heel intelligent en gevoelig is, maar ook een sterke persoonlijkheid heeft.
Al is David Lynch's tweede film een buitenbeentje in zijn oeuvre door de eerder klassieke, lineaire verhaallijn, toch heeft de cultregisseur een ronduit fascinerende film gemaakt met een contrastrijke zwart-wit fotografie die doordrongen is van onheil en dreiging, maar ook van fantasie en betovering. Naast Anthony Hopkins is vooral John Hurt opmerkelijk die er in slaagt om -ondanks de vele make-up- zijn personage niet alleen een intense tristesse, maar ook enorm veel warmte, menselijkheid en verfijning weet mee te geven. De echte Joseph Merrick zou ongetwijfeld tevreden zijn geweest.