De jonge Lucien Ginsburg paradeert in 1941 door het bezette Parijs met op zijn revers een gele ster die hij behendig heeft omgevormd tot een sheriffster. Nadat hij jaren later afstudeert aan de kunsthogeschool probeert hij aan de kost te komen met optredens in plaatselijke bars en cabarets… en zo ontstaat de ster van het cabaret van de Swinging
Sixties: Serge Gainsbourg. Hij ziet er misschien wat onconventioneel uit, maar dat belet niet dat hij de mythische Brigitte Bardot in zijn bed weet te krijgen, dat hij Jane Birkin verleidt met een zwembroek in de Franse driekleur en stukken in de nacht walst met Juliette Greco. Toch blijft altijd iets in de weg staan op zijn zoektocht naar het geluk. Het wordt een personage - ‘La Gueule’ (de smoel) - dat hem zal stimuleren, kwellen en vooral een icoon van hem zal maken dat wij vandaag nog altijd kennen.
"Een sprookje over een van de meest veelzijdige en provocerende Franse popartiesten, nee, geen sprookje, een comic strip: des WIP! Des CLIP! CRAP! des BANG! des VLOP! et des ZIP! SHEBAM! POW! BLOP! WIZZ!" (Fransefilms.nl)
Op aandringen van de familie Gainsbourg noemt de bekende Franse striptekenaar en debuterend regisseur Joann Sfar zijn film nadrukkelijk 'un conte' en geen biopic. Een toegeving die de tekenaar goed uitkomt, die zijn grafische achtergrond verwerkte in de film onder de vorm van een geanimeerde alter ego, een antisemitische affiche tot leven komt of een kat die plots het woord neemt.