Regisseur in de kijker: Ari Aster

De Amerikaanse filmmaker Ari Aster komt in juli met zijn nieuwste film Eddington op de proppen. Een ideale aanleiding dus voor een kleine retrospectie doorheen zijn nog steeds prille, maar toch al zeer indrukwekkende, carrière, die startte binnen de afgebakende lijntjes van het horrorgenre, maar intussen al veel verschillende richtingen is uitgesprongen, vaak zelfs in één en dezelfde film.
De aanloop naar Hereditary!

Ari Aster had niet altijd de intentie om een regisseur te worden. Al sinds jonge leeftijd groeide in hem de ambitie om een auteur te zijn. Zijn interesse in het maken van films werd dan ook enkel zijdelings aangewakkerd door het schrijven van verschillende screenplays. In 2004 meldde hij zich aan voor de Santa Fe University For Art and Design, waar hij al snel enkele kortfilms begon te maken. Vier jaar later studeert hij af en debuteert hij als de schrijver-regisseur van de kortfilm Tale of Two Tims. Dit was goed genoeg om opgemerkt te worden door en toegelaten te worden in de AFI Conservatory, waar hij verder kon sleutelen aan zijn skills op een hoger niveau.
Tussen 2011 en 2018 was het meest opvallende project van zijn hand de psychologische horror-kortfilm The Strange Thing about the Johnsons, een film over een incestueuze relatie tussen een vader en een gewelddadige zoon, waarin hij meteen tegen vele heilige huisjes schopte. Het was zijn thesis-film aan het AFI, maar werd uiteindelijk ook gescreend op festivals, waaronder het Slamdance Film Festival. Er volgt veel kritiek en heisa, maar ook... bewondering, vooral van sommige mensen in de industrie die het eigenzinnige talent van Aster beginnen op te merken.
Hereditary + Midsommar: de 2 grote successen

In 2018 verschijnt Ari Aster voor het eerst écht op het wereldtoneel van de filmindustrie, en weet hij zowel kritisch als mainstream door te breken met zijn langspeeldebuut Hereditary. Volgens vele critici één van de engste films van 2018, een sentiment dat gedeeld werd door het brede publiek. Meer nog; de film werd gehypet als één van de engste films allertijden en in mondjesmaat verschenen er verhalen over mensen die de bioscoop uitrenden omdat ze het niet meer aankonden. Los van het feit of dit wel degelijk ook zo was, werd het al snel duidelijk dat Ari Aster here to stay was. Met een budget van 10 miljoen dollar en een opbrengst van 90 miljoen, vertiendubbelde de film bijna haar winsten, én de film kon dan ook nog eens rekenen op nagenoeg alleen maar positieve recensies. De opkomst van het intussen populaire subgenre 'elevated horror' (waar bijvoorbeeld ook regisseurs als Robert Eggers en Jordan Peele deel van uitmaken) wordt ook heel vaak toegeschreven aan het succes van Hereditary, en daar valt zeker wat voor te zeggen. Studio A24, die de film produceerde, zag een succesformule, en gaat hier tot op de dag van vandaag nog steeds mee door.
Slechts een jaar later volgt Midsommar, zijn tweede film met in de hoofdrol de toen opkomende superster Florence Pugh. Opnieuw een film doorspekt met horror en trauma, met deze keer geen setting in een traditioneel 'spookhuis', maar in de afgelegen weides van zomers Zweden. Ondanks dat de film zich geen enkel moment in het donker afspeelt, is het één van de meest beklemmende en onheilspellende horrorfilms van de afgelopen jaren, daar waren critici het opnieuw volmondig over eens. Aster heeft voor inspiratie goed gekeken naar jaren '70 horrorfilms als The Wicker Man, maar maakte er wel weer zijn volledig eigenzinnige, artistieke ding van. Ook Midsommar plant zich duidelijk binnen de stroming van 'elevated horror', oftewel 'horror met diepere lagen', waarin psychologische uitdieping en maatschappijkritiek hand in hand gaan met gruwelijke taferelen.
Two out of two voor Aster!
Beau is Afraid

Vier jaar en verschillende Corona-lockdowns later, komt Aster eindelijk met zijn derde film op de proppen; Beau is Afraid (die tot kort voor de release Dissapointment Blv. was getiteld). Hij strikt grote naam Joaquin Phoenix en verlaat voor een groot stuk het comfort van zijn 'elevated horror'-hoekje. Beau is Afraid is namelijk een stuk meer experimenteel dan zijn eerste twee werken, en kan nauwelijks in één enkel hoekje toegewezen worden. De film is één lange, hallucinante, absurdistische, surrealistische, psychologisch gelaagde trip doorheen de psyche van een mentaal instabiele man van middelbare leeftijd, die op een tocht van persoonlijke zelfontdekking gaat, maar tijdens die tocht niet alleen zichzelf vindt.. Sommige karakteristieke elementen uit zijn eerste twee films zijn zeker terug te vinden, maar de film transformeert ze tot iets geheel unieks en bevreemdends.
Critici konden Beau is Afraid wel smaken, maar de film was een financiële bom. Eigenzinnig als hij is, heeft dit Aster (gelukkig!) niet een meer traditionele richting uitgeduwd. Zijn nieuwe film Eddington, weldra in de zalen, belooft opnieuw een compromisloze, troosteloze, gewelddadige filering van de menselijke psyche te worden. Opnieuw geen demonen of heidense rituelen (zo ver dat we weten...), maar misschien nog wel iets veel afschuwwekkender dan dat: de zwarte ziel van onze hedendaagse maatschappij. Joaquin Phoenix is alvast opnieuw van de partij, evenals Pedro Pascal, Emma Stone en Austin Butler.
Eddington

Het is eind mei 2020, midden in de Covidperiode. In het kleine stadje Eddington, New Mexico, staan de pro- en anti-maskers tegenover elkaar. Sheriff Joe zit in het kamp van de anti-maskers en is het niet eens met het beleid van de burgemeester van de stad. De sfeer wordt steeds grimmiger, zeker wanneer de sheriff een eigen verkiezingscampagne opstart om zelf burgemeester te worden. De impasse ontaardt in een explosieve situatie, waarbij buren recht tegenover elkaar komen te staan.
Commentaar
Ari Aster (Hereditary, Midsommar) weet opnieuw als geen ander zijn publiek uit evenwicht te brengen in deze eigentijdse western, die doordrenkt is van onbehagen. Geen familietrauma’s of heidense rituelen deze keer, maar een akelig portret van een diep gepolariseerde wereld. Joaquin Phoenix (Joker) belichaamt in zijn rol als sheriff Joe opgekropte ambitie en onderdrukte woede. Pedro Pascal (The Last of Us) zegt met één opgetrokken wenkbrauw meer dan sommige uitgebreide monologen, en ook Emma Stone (Poor Things) is volledig in haar element als Joe’s echtgenote. Een film die soms grappig is, soms brutaal en soms even ongemakkelijk als een Covid teststaafje dat diep in je neus wordt gestoken, met als finale diagnose dat de wereld is besmet met een hardnekkige sociale psychose waarvoor geen vaccin lijkt te bestaan.