Bio: Yasujiro Ozu
'De meest Japanse van alle Japanse cineasten'
Yasujiro Ozu (1903-1963) wordt weleens ‘de meest Japanse van alle Japanse cineasten’ genoemd. En toch bleken zijn films een universele snaar te raken. In heel wat lijstjes van de ‘Beste Films Aller Tijden’ eindigt Tokyo Story in de top vijf. Een prachtige digitale restauratie van enkele van zijn iconisch films vraagt om een retrospectieve van de Japanse grootmeester.
Tokyo versus Hollywood
Yasujiro Ozu verloor als kind al zijn hart aan cinema. Hij spijbelde vaak stiekem om naar de grote stille Hollywoodfilms te gaan kijken. In 1927 begon hij zijn carrière als regisseur, toen voornamelijk van korte komedies. In 1937 werd Ozu ingelijfd bij het leger en vocht hij twee jaar mee in de Chinees-Japanse oorlog, waar het Japanse leger verschillende oorlogsmisdaden beging. Tijdens WO II moest hij in opdracht van het Japanse leger propagandafilms maken. In 1945 zat hij een half jaar in een Brits krijgsgevangenenkamp, in deze periode schakelde hij over van komedies naar beschouwende familiedrama's over de lagere middenklasse.
Als regisseur was Ozu perfectionistisch en excentriek: hij bekommerde zich niet om cinematografische conventies of nieuwe ontwikkelingen. Zo maakte hij pas in 1935 de overstap naar geluidsfilm en draaide hij in 1958 zijn eerste kleurenfilm. Hij blonk uit in kleine, hedendaagse dramas over het gewone leven, precies het tegenovergestelde van de epische historische films van bijvoorbeeld Kurosawa en Mizoguchi. Daarom duurde het tot de jaren ‘60 voor zijn films in het westen te zien waren. Men ging ervan uit dat de westerse kijker weinig van Ozu's ingetogen schoonheid zou begrijpen. Niets bleek minder waar, want zijn films werden klassiekers en Ozu werd een inspiratiebron voor westerse regisseurs als Wim Wenders, Jim Jarmusch en Martin Scorsese.
Vanop de tatami
Al was hij opgegroeid met Hollywoodfilms, toch maakte Ozu vormelijk eigenzinnige keuzes die typerend zouden worden voor zijn werk. Het meest kenmerkende is zijn laag camerastandpunt, zo’n 70 centimeter boven de grond, vergelijkbaar met het perspectief van iemand die op een tatami mat zit, een traditioneel huiselijke positie voor maaltijden en gesprekken. Ozu liet er zelfs speciale statieven voor maken. Het liefst gebruikte hij een statische camera en zorgde voor een minutieus uitgevoerde kadrering. De fysieke ruimte kreeg zo een belangrijke plek in zijn films en creëerde een eigen poëzie: de camera staat stil en registreert een plek, acteurs zijn niet noodzakelijk belangrijker dan de ruimte. Mensen lopen het beeld in en verdwijnen weer, bewegen naar elkaar toe en nemen weer afstand, wat vaak zorgt voor een mooi diepte-effect.
Niet de steen, maar de rimpeling
Inhoudelijk koos Ozu er resoluut voor om terugkerende thema’s van eenzaamheid, verdriet of vertwijfeling niet te laten zien via de grote gebeurtenissen in het leven, zoals een bruiloft of relatiebreuk, een geboorte of dood, maar via de gevolgen ervan. Zijn films gaan niet om de stenen die in het water gegooid worden, maar om de rimpelingen die ze veroorzaken in het dagelijkse leven. Dit gaat niet gepaard met grootse emoties of luidruchtige aanvaringen. Zelden tonen personages expliciet hoe ze zich diep van binnen voelen, maar schemert dit door in kalme uitwisselingen van berusting, verdriet of begrip. Met die optelsom van vele intieme, kleine momentjes weet Ozu zijn personages toch een grote emotionele resonantie te geven. Het liefst werpt hij een blik op familiale en liefdesrelaties. Opmerkelijk is dat Ozu zelf nooit trouwde en heel zijn leven bij zijn moeder woonde, die maar twee jaar voor zijn eigen dood stierf.
Een wereld in verandering
Ozu had niet alleen een scherp oog voor liefde en familiebanden, maar ook voor de gevoeligheden van een maatschappij in verandering. Veel van zijn personages bevinden zich in de krappe ruimte tussen traditie en moderniteit; net als Japan zelf dat zijn identiteit na de oorlog opnieuw moest vinden. Ozu toont geen eenduidige voorkeur voor vooruitgang en tegen traditie, het is precies de wrijving tussen beide die boeit en ontroert, steeds met een melancholische onderlaag die kijkt naar de kleine persoonlijke gevolgen van maatschappelijke veranderingen in een land dat eeuwenlang rigoureus aan tradities vasthield.
Digitaal gerestaureerd
Ozu werkte heel zijn leven bijna uitsluitend voor één filmmaatschappij, Studio Shochiku, die ondertussen al meer dan honderd jaar bestaat. Reden genoeg om vier van Ozu’s klassiekers digitaal te restaureren en in hun volle glorie opnieuw in de filmzalen te brengen. Deze maand komen Tokyo Story (1953) en Early Spring (1956) aan bod, in augustus The Flavor of Green Tea over Rice (1952) en Tokyo Twilight (1957). Kom je onderdompelen in de kalme, wijze films van Yasujiro Ozu, die in deze tijden van luide meningen en het uitroepen van ieders grote gelijk, een verademing vormen en troost bieden in de vorm van liefdevolle aandacht en groot mededogen voor de kleine mens. (BG)
De man heeft 56 films gemaakt, teveel dus om hier zijn hele filmografie op te sommen. Maar dit zijn de vier films de we in Cinema ZED opnieuw een plaatsje geven op het grote scherm:
- Tokyo story (1953)
- Early Spring (1956)
- The Flavor of Green Tea over Rice (1952)
- Tokyo Twilight (1957)