Crossing Sirât: Oliver Laxe on Faith, Film, and Fire
Een makkelijk behapbare film heeft Oliver Laxe (O que arde) nog niet gemaakt in zijn carrière, en daar gaat hij nu ook niet mee beginnen. Sirât is op vele vlakken zelfs zijn meest gedurfde film tot nu toe - niet alleen inhoudelijk en thematisch, maar ook vormelijk - en dat maakt het geen hap-slik-klaar cinema. Voor wie de existentiële, surrealistische wasteland-vibes met een vleugje techno goed kan verdragen, is dit echter niet minder dan een openbaring. Ook op het afgelopen filmfestival van Cannes leken ze daar zo over te denken: de film was goed voor een nominatie voor de Palme d'Or en wist uiteindelijk de Jury Prize mee naar huis te nemen.
Journalist Burcu Beaufort sprak met Oliver Laxe na de première van de film op Cannes. Lees hieronder het interview.
''Al mijn creatieve processen hebben te maken met het proces van zelfontdekking.''

Q: Wat vind je van de reacties op de film na de première?
Oliver Laxe: Ik weet dat de film zwaar is. Ik bedoel, ik weet dat ik de kijker uitnodig om naar 'binnen' te kijken, en het is soms zwaar om naar 'binnen' te kijken, snap je? Voor de vertoning was ik bang dat mensen zouden denken dat ik een soort sadist ben, die de kijker wilt doen afzien. Dat was mijn grootste angst. Want het is juist het tegenovergestelde, ik wil echt voor de kijkers zorgen. Nu voel ik me er beter bij, maar de dagen voor de vertoning was ik hier erg gespannen over.
Q: Was het maken van deze film ook een manier om naar jezelf te kijken?
Oliver Laxe: Ja, als mensen creëren we altijd een geïdealiseerd beeld van onszelf, als een verdedigingsmechanisme, om onze littekens en wonden te vermijden. Ik probeer eerlijk te zijn. Al mijn creatieve processen hebben te maken met dat proces van zelfontdekking. Er zijn uitdagingen. Ik filmde branden en ging tot het uiterste. En ik portretteer mensen of realiteiten die in zekere zin stiekem over mijzelf vertellen. Maar dat ontdek ik pas aan het einde. Door deze film te maken, kon ik meer in contact komen met mijn littekens, met mijn wonden.
Q: Je zei hetzelfde tijdens de persconferentie, maar wat zijn jouw wonden?
Oliver Laxe: Daar hebben we meer tijd voor nodig om daar diep op in te gaan. Ik bedoel... we hebben allemaal wonden. Zelfs de geboorte is traumatisch. Als kinderen bouwen we een masker om liefde te ontvangen. En dat masker noemen we persona, een personage. Het probleem is dat je dit masker blijft gebruiken terwijl je opgroeit. Mijn films gaan dus altijd over hoe je contact kunt maken met je essentie, die bedekt is door je persoonlijkheid, je masker, je ego. Een crisis is de beste manier om dit membraan te doorbreken en contact te maken met je ware zelf. Daarom: ¡Viva las crisis!
''We zijn naar raves geweest om te casten. We zochten geen acteurs, we zochten de waarheid.''

Q: De muziek speelt duidelijk een grote rol in je film, niet alleen ter vermaak, maar ook om het verhaal intensiteit en diepgang te geven. Hoe heb je dat aangepakt?
Oliver Laxe: Ik hou van genrefilms, vooral van dit soort ‘anti-genre’. Zoals avonturenverhalen. Want elk fysiek avontuur gaat altijd gepaard met een metafysisch avontuur. Zoals de zoektocht naar de Heilige Graal, de Arthur-verhalen, die allemaal die traditie voortzetten. Het uiterlijke epos stelt me in staat om een innerlijk epos voor te stellen. De uitdaging ligt in het vinden van een evenwicht. Wat we willen is een ervaring voorstellen. We willen dat de toeschouwer het niet alleen begrijpt, maar ook voelt.
Q: Ik heb gelezen dat je zei dat dit je meest radicale verhaal is. Wat bedoel je daarmee?
Oliver Laxe: Ik ben trots op de boodschap van de film, zijn radicaliteit. Radicaliteit komt van het Latijnse radicalis, wat ‘wortel’ betekent. Radicaal zijn betekent in de afgrond springen en contact maken met jezelf, zelfs als je denkt dat er geen vangnet is. Maar geloof hebben betekent geloven dat er altijd een net is dat zelfs boven jou uitstijgt.
Q: Vind je de ravers radicaal? Wat heb je tijdens het maken van de film over hen geleerd?
Oliver Laxe: Ik heb geleerd dat ik een raver ben (lacht). In het begin voelde ik me een beetje een buitenstaander, ik had alleen maar bewondering voor hen. Maar ik realiseerde me dat ik bepaalde dingen met hen gemeen heb. Ik geloof bijvoorbeeld ook niet in de mythe van de vooruitgang. Ik ben weliswaar een kind van de Verlichting, maar ik zie ook de beperkingen ervan. We moeten de imperfectie van het mens-zijn accepteren, zonder te dramatiseren. In westerse samenlevingen denken we echt dat we evenwichtige mensen zijn. We voeden die illusie voortdurend en ontsnappen aan onszelf. We verbergen onszelf voor groei. Als het leven ons echt door elkaar schudt, als er chaos ontstaat, zijn we daar niet op voorbereid.
Q: Deze ravers lijken zichzelf te spelen. Zijn ze echt?
Oliver Laxe: Ja, we zijn naar raves geweest om te casten. We zochten geen acteurs, we zochten de waarheid. We wilden dat elke persoon een soort archetype vertegenwoordigde: de piraat, de freak, de hippie, de punk. Ze zijn echt verbonden met hun littekens en zijn vaak bescheidener. Zoals Rumi zegt: gebroken harten zijn het mooist omdat er licht door de barsten kan schijnen. Ook in de cinema, denk ik, zien we als toeschouwers graag kwetsbare mensen.
''We moeten elkaar leren kennen. Ik bedoel, ik ben een kunstenaar, we willen laten zien dat dingen die ogenschijnlijk gescheiden zijn, dat niet noodzakelijkerwijs zijn.''

Q: Er zijn verwijzingen naar de islam in de film. Heeft dat te maken met je persoonlijke ervaringen in Marokko? Of met de locatie?
Oliver Laxe: Ik luister graag naar de koran, afhankelijk van de stem van degene die reciteert. De man die in de film zingt en de koran reciteert, is een vriend van mij. Ik hou van het geluid en ik hou van de techniek. Ik wilde deze verwijzingen opnemen, ook al zouden ze voor enige polariteit kunnen zorgen.
Q: Ik ben niet religieus, maar ik ken deze religie wel goed. In essentie is de islam helemaal niet polariserend; integendeel, het is een zeer gastvrije en inclusieve religie. Welk deel van de Koran wordt in de film gereciteerd?
Oliver Laxe: Het is het belangrijkste deel van de film, het is de essentie ervan. Het gebed in de soundtrack komt uit Soera Maryam, over Maria. Het is erg poëtisch. Wat betreft wat je zegt over inclusiviteit: in de Koran staat: “Wij hebben verschillende stammen geschapen, zodat jullie elkaar kunnen herkennen.” Dat is wat er in de film gebeurt.
Q: Dus het is ook een politiek gebaar, vooral in Frankrijk, waar islamofobie sterk aanwezig is?
Oliver Laxe: We moeten elkaar leren kennen. Ik bedoel, ik ben een kunstenaar, we willen laten zien dat dingen die ogenschijnlijk gescheiden zijn, dat niet noodzakelijkerwijs zijn. Neem bijvoorbeeld Spanje en Galicië. Ik zie alle subtiele verbanden, alle culturele continuïteit. Als je de tradities bestudeert, is de essentie altijd hetzelfde. In deze film hebben we een familie van verminkten gecreëerd. Er is een soort gemeenschap van mensen met littekens. We zijn allemaal mensen die zichzelf moeten overstijgen, hoe moeilijk dat ook is. Dat is de essentie.''
''Ik denk dat poëzie is om zo ver mogelijk met de taal mee te gaan, tot aan de grens ervan. In de cinema ga ik met het beeld mee tot aan de grens, om te dematerialiseren.''

Q: Wat was op productieniveau het moeilijkste deel van het hele proces?
Oliver Laxe: Ik ben al in 2011 met deze film begonnen. Het moeilijkste deel is om je eigen intentie te begrijpen. Lever ik goed werk af? Voor wie maak ik deze film? Is mijn intentie puur, ben ik verbonden met mijn essentie, of ben ik misschien meer verbonden met mijn ego? Het is erg moeilijk om je ware intentie te observeren. Het is altijd een dialoog met jezelf, tussen ambitie en puurheid in je intentie. Het op één na moeilijkste deel is het ontvangen van afwijzingen. We kregen steun van Arte Duitsland, maar niet van Arte Frankrijk, omdat ze ons vertelden dat ze niet wilden dat kijkers zouden lijden tijdens het kijken van de film. Ik begreep hen, maar ik denk niet dat zij mij begrepen. Ik wil de kijker wel degelijk wakker schudden, iets in hem of haar raken, maar op een positieve manier. We lijden eigenlijk allemaal hoe dan ook onder onwetendheid.
Q: Wat vertegenwoordigt de woestijn in je filmtaal?
Oliver Laxe: Het verbindt me met het zuiden. Ik denk dat poëzie je zo ver mogelijk met de taal laat meegaan, tot aan de grens ervan. In de cinema ga ik met het beeld mee tot aan de grens, om te de-materialiseren... De woestijn, die uitgestrektheid, stelt me in staat om dat soort naaktheid of 'niets-heid' op te roepen.
Ook met de muziek zijn we voor pure techno gegaan, voor beat en geluid. Een soort de-materialisering van het landschap en de soundscape. De film begint een beetje als een documentaire die verandert in een avontuur, dan in een overlevingsstrijd, en uiteindelijk... in een woestijn. Maar altijd onder de beschermende hemel. Uiteindelijk gaat het allemaal om een reis die eigenlijk een reis van het hart is.
Bron: Auteur: Burcu Beaufort, website: Sleek Magazine, URL: https://www.sleek-mag.com/article/crossing-sirat-oliver-laxe-on-faith-f…
Synopsis Sirât

Nadat zijn dochter op mysterieuze wijze verdwijnt tijdens een rave, reist een vader samen met zijn zoon naar Marokko om haar te zoeken. Deze speurtocht brengt hen naar desolate uithoeken, verlaten bouwvallen en ondergrondse netwerken, waar niets is wat het lijkt, en zowel hulp als verraad om de hoek komen gluren.
Op donderdag 4 september om 19u30 vindt de avant-première van de film plaats in Cinema ZED Vesalius. Breng als Cineville-lid gratis een +1 mee en maak tijdens een leuke introquiz kans op een heleboel goodies!