Regisseur in de kijker: Darren Aronofsky
Drie jaar na The Whale, de film die Brendan Fraser een Oscar voor Beste Acteur opleverde, is gevierd filmmaker Darren Aronofsky terug met een heel ander soort film: Caught Stealing. Een spannende, absurdistische rollercoaster doorheen '90s New York - doorspekt met een vleugje The Big Lebowski of Martin Scorsese's After Hours, en charmante acteerprestaties van het duo Austin Butler - Zoë Kravitz. Qua opzet en spectaculair/entertainend gehalte misschien niet meteen iets dat je verwacht van Aronofsky, die doorheen de jaren toch wel een reputatie heeft opgebouwd als maker van zware, deprimerende drama's - maar is dat ook zo? Een kleine retrospectie op zijn carrière en oeuvre leert ons wat voor een veelzijdige cineast hij eigenlijk wel niet is.
Zware, deprimerende, zielsverscheurende drama's
Dat is waar Aronofsky ogenschijnlijk om bekend staat. Na Requiem For a Dream (2000) ga je niet vrolijk gezind verder met de rest van je dag. Eenzelfde gaat op voor bijvoorbeeld The Wrestler (2008), Black Swan (2010) of The Whale (2022); in alle vier gevallen staan kwetsbare en rusteloze figuren centraal die elk op hun specifieke manier hun eigen noodlot in gang zetten. Een happy end zal je hier niet vinden, al zijn er gradaties in hoe meedogenloos Aronofsky is voor zijn hoofdfiguren. Hoewel deze vier films een periode in zijn carrière omspannen van 22 jaar - en ze stilistisch en cinematografisch ook anders ogen en andere invloeden hebben - zijn er overduidelijk enkele inhoudelijke en thematische rode draden.
Verslaving in al haar facetten - de gevolgen, de oorzaken, en al het helse ertussenin - is er daar eentje van. Requiem For a Dream wordt vaak geroemd als één van de grootste stukjes promo tegen druggebruik. Niets aan drugs wordt hier verheerlijkt, integendeel. De neerwaartse reis van de personages is er eentje die kijkers decennia na dato nog achtervolgt. Maar ook in The Whale staat verslaving centraal, niet aan drugs, maar aan eten. De ''substantie'' mag dan anders zijn - voor Aronofsky is het opnieuw een excuus om diep te duiken in de psyche van zijn hoofdpersonage, en te zoeken naar het 'waarom', naar het onderliggende wat deze personages ertoe aanzet - ertoe dwingt - om zelfdestructief te zijn.
Obsessie is één van de andere grote interesses van Aronofsky. In Black Swan gaat hoofdpersonage Nina (Natalie Portman) niets uit de weg om naar de absolute top in de balletwereld te stijgen. Inherent een goedhartig maar onzeker persoon - en met een grote bagage aan familiale trauma's en onderdrukte seksuele verlangens - gaat ze langzaamaan ten onder aan de toxische competitiviteit in deze wereld. Maar ermee stoppen en haar droom in de kast steken? Dat is geen optie. Randy (Mickey Rourke) in The Wrestler probeert op zijn oude dag wanhopig vast te houden aan vergane glorie, want voor hem heeft het leven weinig om het lijf buiten worstelen. Worstelen is het enige dat hij kan, en vooral het enige dat hij wil. Lichamelijke aftakeling en zelfdestructie ten spijt.
Een derde en laatste grote thema dat terugkeert in deze films, is eenzaamheid. Elk personage - van Nina in Black Swan tot Randy in The Wrestler tot Charlie in The Whale - zijn afgezonderde figuren die een muur rond zichzelf hebben gebouwd. Occasioneel weet er iemand - kort - door de hoekjes en scheurtjes door te dringen (denk maar aan Sadie Sink's personage Ellie in The Whale), maar deze momenten van connectie zijn vaak van korte duur, en onhoudbaar. Dit zijn personages die zichzelf in een zelfopgelegd ballingschap hebben gedwongen, die het zichzelf niet toelaten om gelukkig te zijn.
En nee, gelukkig word je er inderdaad niet van, als kijker. Als portret van de kwetsbare menselijke psyche zijn het wel keer op keer briljante staaltjes cinema, maar 1 kijkbeurt is vaak genoeg voor de meeste mensen. Zijn bekendste films behoren tot dit deprimerende groepje, waardoor deze intense, zware identiteit op zijn hele oeuvre is geplakt. Niet helemaal terecht, zo blijkt, want Aronofsky maakte gedurende zijn (tot nu toe) bijna dertigjarige carrière ook heel wat andere soort films, met hele verschillende uitgangspunten.
PI: de atypische debuutfilm
Met PI (1998) torpedeerde Aronofsky zich onaangekondigd en met een hele hoop bravoure op het wereldtoneel van de cinema. Met een budget van slechts 134.000 dollar - een zakcentje in Hollywood - en een kleine cast en crew, wist Aronofsky toch meteen een cultklassieker af te leveren, en zichzelf te profileren in de hoogste regionen van de filmwereld. De film - volledig geschoten in zwart-wit - gaat over de jonge nummertheoreticus Max Cohen, en zijn geloof in het feit dat het hele universum - en al haar geheimen - herleid kan worden tot cijfers.
PI zit boordevol thema's, waarvan er vele ook zouden terugkeren in de rest van zijn filmografie, maar voelt toch als een unieke eend in de bijt in zijn oeuvre. De sfeer van paranoia en wantrouw zit doorbakken in elke scène, waardoor de film met momenten als een psychedelische thriller aanvoelt, of als een spannende (neo)-noir. Wiskunde wordt bijna als een religie behandeld in de film, wat ook meteen Aronofsky's fascinatie voor zingeving prijsgeeft, en hoe we als mens de obsessieve drang hebben om naar betekenis te zoeken in ons ''zinloze bestaan''. Iets dat later in meerdere films nog zou terugkeren.
(Op 7 oktober trouwens eenmalig terug te zien in onze cinema. Wees er op tijd bij en koop hier alvast je ticket!)
The Fountain: een film over lijden, leven en liefde
The Fountain (2006) is misschien wel de meest hoopvolle en optimistische film die Aronofsky ooit heeft gemaakt. Misschien vreemd om te zeggen over een film waarin een man wanhopig zoekt naar een middel om zijn ongeneeslijk zieke vrouw te redden, maar hier tragisch genoeg niet in slaagt. Toch zullen mensen die de film gezien hebben, bovenstaande uitspraak begrijpen.
De film gaat over dood en lijden, inderdaad, maar dieper dan dat, over de transcendentie van Liefde, over verschillende tijdsperiodes heen, en zelfs over Leven en Dood heen. Tommy, een krachtige rol van Hugh Jackman, leert op het einde van de film (SPOILERS) hoe hij moet loslaten en accepteren, en vindt innerlijke rust door eindelijk niet meer te vechten tegen de natuurlijke kringloop van het leven. Zijn vrouw is dan wel dood, maar tegelijkertijd is ze nog overal.
Zingeving is dé centrale lijn in deze film, en vooral alle (verkeerde) plekken waar we het gaan zoeken. De film zit boordevol religieuze verwijzingen - van Genesis 3:24 tot de Spaanse Inquisitie tot de befaamde Tree of Life uit de Maya-cultuur.
Noah en Mother! - Het Bijbelse tweeluik
Noah (2014) en Mother! (2017) zijn de meest Bijbels-geïnspireerde films die Aronofsky heeft gemaakt, waar zijn fascinatie en interesse voor religie in haar meest letterlijke vorm naar boven komt. De films kunnen niettemin onmogelijk meer verschillend zijn van elkaar, en vormen als zodanig elkaars keerzijde.
Noah is een gigantische massaproductie met grootse actie-scènes, spektakel en een hele hoop computereffecten, met grote namen als Russel Crowe en Emma Watson in de hoofdrollen, en op die manier de enige echte ''blockbuster'' die Aronofsky ooit gemaakt heeft. Hij verfilmt het Bijbelverhaal van de Ark van Noach op een zeer letterlijke manier, met een rechtlijnig begin-midden-einde en vrij weinig ''subtext''.
Terwijl Mother!, langs de andere kant, alléén maar ''subtext'' is. De film laat zich gelden als één van zijn 'moeilijkste' en meest ondoordringbare werken, waarbij meer dan één kijkbeurt juist erg prettig werkt. Op het eerste gezicht een soort thriller en ''home-invasion''-film, maar onder de oppervlakte één grote Bijbelse vertelling en abstracte parabel over Moeder Aarde, en hoe wij als destructief menselijk ras alles vermorzelen en vernietigen dat op ons pad komt. Jennifer Lawrence speelt een vrouw wiens huis en privacy geschonden wordt, en wiens afstandelijke man dit allemaal toelaat. Maar dieper dan dat... is zij een representatie van Moeder Natuur, de vrouw van God, de moeder van het kind Gods... hoe je er maar naar kijkt, kan iedereen er iets anders uithalen. Wat zeker is, is dat Mother! zijn meest religieuze film is, waarin al zijn spirituele en Bijbelse interesse tot een soort synthese komt.
Caught Stealing: Aronofsky op de entertainende toer
Dat is dus heel wat veelzijdiger dan enkel 'de regisseur die deprimerende en zware drama's maakt', en met Caught Stealing , een bonte, entertainende misdaadthriller, maakt hij zijn filmografie alleen nog maar gevarieerder. Kom het deze maand ontdekken in onze zaal! Koop hier je tickets.
New York, jaren negentig. Hank Thompson was ooit een veelbelovende sporter, maar die droom liep op niets uit. Toch heeft hij zijn leven aardig op de rails: een leuke job als barman, een fantastische vriendin en zijn favoriete ploeg staat op het punt kampioen te worden. Alles lijkt rustig — tot zijn buurman Russ hem vraagt om een paar dagen op zijn kat te passen. Wat een onschuldige gunst lijkt, sleurt Hank onverwacht mee in een dodelijke spiraal van criminaliteit. Een bont gezelschap van gewelddadige gangsters zit hem op de hielen, maar Hank heeft geen flauw idee waarom.